Van een vertrouwde omgeving naar een asielmigrant tot een succesvolle carrière

‘Ik was zeven toen wij uit ons land wegvluchtten.’ De familie had veel om op te geven in ruil voor een onzeker bestaan. ‘Mijn land staat erom bekend familiair met de familie en met iedereen uit de omgeving te zijn. In de zomer gingen wij naar een klein vakantiehuisje of naar de grote boerderij van mijn oom. We hielpen op de boerderij met het verzorgen van de dieren. Ik mocht altijd meerijden op de tractor en dan ben je als kind helemaal door het dolle heen.’ Zijn ouders beseften dat deze mooie momenten ook een keerzijde hebben. Er was geen toekomstperspectief. ‘Het toekomstperspectief is dat je gezin voor de helft uit elkaar wordt gehaald en je vader mee moet strijden in het leger.’
“Kruipend door de bossen”
Hebben jullie de oorlog meegemaakt? Als antwoord krijg ik direct een ja. Oké, kan je die tijd nog terughalen in je herinneringen? vraag ik. ‘Ja en nee. Daar praat ik liever niet over.’ Het weglaten van woorden spreekt meer tot de verbeelding dan het toevoegen van uitleg.
‘Dan kom je deze kant op, op welke manier dan ook: door bossen kruipen, lopen of met de bus. Omdat je veiligheid zoekt doe je er alles aan om deze kant op te komen. Vele landen hebben wij doorkruist voordat wij ons aanmeldden en asiel hebben aangevraagd bij het opvangcentrum in Zevenaar. Daarna startte er een procedure waarin ons verhaal werd beoordeeld of het wel klopt. Vervolgens werd er een korte analyse gemaakt zodat duidelijk werd hoe snel wij hulp nodig hadden.’
‘Wij kwamen terecht in slaapzalen met honderdtallen van alleenstaande mannen of gezinnen waar iedereen gevlucht is om zijn eigen redenen.’ Deze setting was van korte duur totdat de analyse check afgerond was. Nadat de controle gedaan was en de familie gecategoriseerd was in het systeem, gingen zij over naar tentenkampen. ‘Wij sliepen in een open ruimte, dus de privacy was nul. Aan de andere kant heb je wat op te offeren, want je hebt niks en je wilt iets creëren. De vrijheid ging tot aan de hekken en daar kon je niet voorbij. Nu als nuchtere volwassene besef ik dat dit nodig was, om te voorkomen dat mensen alle kanten op zouden gaan. Toch was dit niet een fijn gevoel.’
‘In tien jaar tijd hebben wij op meer dan tien plekken in Nederland gewoond. Keer op keer maakte ik nieuwe vrienden en nam ik ook weer afscheid. Vriendschappen van twee jaar, één jaar of zelfs maar van drie maanden. Dit heeft veel impact op mij gehad: Hoe wil ik mij binden aan mensen en wie kan ik vertrouwen?’