Docent Arcus: “Het waren soms heftige pestreacties”

‘Pas had ik een leerling aangesproken met een verkeerde naam en namen de andere leerlingen het over. Het was misschien eentje van mijn kant in plaats van dat die jongen aan het pesten was, maar hij vond het grappig. Steeds gingen zij hem…’ Jaap schiet bijna in de lach, maar vertelt glimlachend verder: ‘bij zijn andere, verkeerde naam noemen. Ik zei: Jongens, kappen!’ vertelt hij lachend. ‘Kappen ermee!’
Ik snapte wel dat het leuk voor de anderen was en de jongen zat er ook niet zo mee.’
Hij vertelt nog een verhaal van een akkefietje in zijn klas. ‘Ik had één keer een akkefietje in de klas. Er waren twee meisjes hartstikke link op elkaar. Ze zaten te ruziën en elkaar het leven zuur te maken. Het was zo erg dat ik klassikaal mededeelde: Oké, ik wil nú spreken met diegene die het betreft. De rest van de klas, de klasgenoten die er niks mee te maken hebben, moeten nú pauzeren en diegene om wie het gaat blijven hier!’
‘Die als eerste weg stapte was natuurlijk de grootste pester. Die stapte als eerste op van: Oké, dan kan ik gaan.‘ Met een stille en zachte stem doet hij voor hoe hij dat toen zei: ‘Nee, nee… Jij blijft.’ Jaap lacht en sluit af met een veelzeggende opmerking. ‘Grappig…’
Was dit een doelbewuste actie van u en hoe heeft u dit met hen opgelost? ‘Ja, ik wist wel wie het waren. Met z’n vieren hebben wij over het probleem gesproken.’
Hij vertelt hoe hij het gesprek leidt: ‘Leg jij even eerst uit hoe het zit en jij niet invallen. Oké.‘ Al wijzend legt hij uit: ‘Leg jij nu even uit hoe het zit. En dan jij. Oké, hoe gaan wij het oplossen?’
‘Nou een beetje op die manier. Maar wel iedereen zijn eigen verhaal laten vertellen en ook zeggen van: klopt dat? Is haar indruk correct of is het anders of zie jij het anders?
Als je er snel bij bent, kun je het meestal vrij snel oplossen.’ zegt Jaap. ‘Kijk, het worden nooit de dikste vriendinnen hoor. Maar dan zeg ik: dat hoeft ook niet. Ik heb ook collega leerkrachten waar ik mij helemaal niet mee bemoei. Ik heb geen ruzie. Hetzelfde heb je in een klas. Je kunt niet met iedereen vrienden zijn en dat hoeft ook niet, maar respecteer elkaar. De persoon waarvan je dacht: O dit wordt niks… valt vaak erg mee.’
“Het gaat er niet om dat je iemand gaat straffen”
Een uur nablijven of schorsing. Het moet niet om de straffen gaan. Want er is bijna nooit maar één schuldige. ‘Als je gepest wordt, dan ligt het ook aan jezelf, want je nodigt uit tot pesterijen.’
Hij wijst met zijn vinger naar mijn audiorecorder. ‘Het is misschien grof wat ik zeg en vertel ik het misschien een beetje verkeerd.’ Hij keurt het pestgedrag niet goed en neemt het altijd 100% voor de gepeste leerlingen op.
Een potentieel slachtoffer van pesterijen aanwijzen is relatief gemakkelijk. ‘Meestal zijn zij zo beschadigd dat zij pesterijen over zichzelf oproepen.’ Hij bedoelt dit zonder verwijt naar de gepeste leerlingen.
Jaap vertelt zijn leerlingen waarom pesters pesten. Het is volgens hem een afgeef reactie naar een zwakkere. Hij vergelijkt het met een rangorde: ‘Als de gepeste er niet meer is, dan ben ik de volgde die gepest wordt. Of ik neem de zwakkere te grazen, dan heb ik geen last van de pester. Dus als je in de lage pikorde staat, dan ben je eerder geneigd om te pesten. Diegene die hoog staat pest niet zo snel.’
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid? In het volgende artikel geeft Jaap zijn mening hierover en lees je zijn tips voor leerkrachten en ouders!
Wij zijn opzoek naar jouw verhaal